Toen belastingplichtige van de rechtbank te horen kreeg dat inspecteur gelijk had, ging hij in hoger beroep bij het Hof Den Haag. Het ging om een stoomschip dat in afbouw was en flink wat geld op de bank van de bv.
Toen belastingplichtige van de rechtbank te horen kreeg dat inspecteur gelijk had, ging hij in hoger beroep bij het Hof Den Haag. Het ging om een stoomschip dat in afbouw was en flink wat geld op de bank van de bv.
Stel dat de waarde van de aandelen stijgt door de vrijval van een pensioenvoorziening (als gevolg van het overlijden van de aandeelhouder). Deze waardestijging valt niet onder de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Op 26 mei 2017 is een uitspraak van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd (uitspraak 16 mei 2017).
De Belastingdienst heeft een rekentool op haar website gezet. De tool berekent de waarde going concern van agrarische bedrijven die veel cultuurgrond hebben. U kunt de berekening laten maken als in 2016 aan u een bedrijf geschonken is of als u bedrijf heeft geërfd.
Rechtbank Den Haag geeft aan dat geld op de bankrekening van de bv geen ondernemingsvermogen is voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Een bv houdt zich bezig met de handel in en verhuur van stoomketels. Er wordt vervolgens gestart met de bouw van een stoomschip.
De Hoge Raad schrijft een evenredige toerekening van de latente inkomstenbelasting (IB-latentie) voor bij de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Vader schenkt een aandelenpakket aan zijn dochter. Ze deden bij de aangifte schenkbelasting een beroep op de vrijstellingen van de BOR. Daarbij schuift de inkomstenbelasting-claim (box 2) bij vader door naar dochter.
Geen BOR over waardestijging aandelen door vrijval pensioenverplichting: belaste fictieve verkrijging! Man en vrouw zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze hebben allebei aandelen in een bv. De vrouw werkt voor de bv, ontvangt loon en bouwt haar pensioen op. De man krijgt een pensioenuitkering uit de bv.
In deze zaak gaat het om een vastgoed-bv. De bv verhuurt vastgoed en doet aan projectontwikkling. De vraag komt aan de orde of de activiteiten van projectontwikkeling binnen de vastgoed-bv als een onderneming kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad zegt dat de zaak opnieuw moet, door een gebrekkige motivering.
Onlangs vond een wetgevingsoverleg plaats over het Belastingplan 2017. In een brief reageert staatssecretaris Wiebes op de ingediende amendementen.
In april van dit jaar deed de Hoge Raad een uitspraak over indirecte belangen en de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Naar aanleiding van deze uitspraak wil het kabinet de BOR in de Successiewet en de doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang in de Wet Inkomstenbelasting aanpassen.
Uit een onlangs verschenen onderzoek van accountantskantoor KPMG blijkt dat Nederlandse familiebedrijven bij de opvolging relatief veel belasting betalen. Het verschil met Duitsland en België die een volledige vrijstelling kennen, kan oplopen tot zelfs € 300.000.
Op 11 december 2015 (publicatie 13 januari 2016) is door de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in het kader van de vererving van een vastgoed-bv: geen BOR.
Tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst wordt vaak de discussie gevoerd of de verhuur en/of exploitatie van vastgoed als onderneming kan worden gezien of niet. Worden de rendementen belast als winst uit een onderneming (box 1), resultaat uit overige werkzaamheden (ook box 1) of toch in box 3 als belegging?
Op 6 augustus 2015 is er een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Den Haag over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR: zie uitleg in de kennisbank) uit de Successiewet (SW).
De gunstige faciliteit van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOF of BOR) kan best wel van toepassing zijn bij het erven en schenken van aandelen in een vastgoed bv.
Op 10 maart 2015 is er een nieuwe uitspraak inzake de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR/BOF) gepubliceerd (uitspraak 3 juni 2014). Rechtbank Den Haag concludeert dat gezien de ontwikkelingen en werkzaamheden in de bv er sprake was van boven normaal vermogensbeheer: de BOR mocht wel worden toegepast. Een interessante uitspraak dus.
In navolging van de Hoge Raad op 22 november 2013 en het EVRM op 27 mei 2014 beslist nu ook het gerechtshof Amsterdam dat de bedrijfsopvolgingsregeling uit de Successiewet niet discriminerend werkt ten aanzien van het erven van box 3 vermogen.
Op 6 november 2014 (gepubliceerd 3 december 2014) heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant een voor belastingplichtigen negatieve uitspraak gedaan in het kader van de vererving van aandelen in een vastgoed-bv. De casus was als volgt.
Door toename van de complexiteit bij de vraagstukken in de praktijk en bij de regelgeving ontstaat onvermijdelijk behoefte aan specialisatie. Estateplanning is hiervan een voorbeeld en past in de ontwikkeling van deze tijd. Estateplanning houdt zich, ruim geformuleerd, bezig met de overdracht van vermogen naar de volgende generatie.
Op verzoek is op grond van een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie gepubliceerd omtrent een onderzoek van de Belastingdienst.
Onlangs oordeelde het EHRM dat de vrijstellingen bij het erven en schenken van een onderneming (bedrijfsopvolgingsregeling, BOR) niet disproportioneel zijn (zie het bericht: EHRM: BOR niet disproportioneel). In een eerder bericht gaven wij melding van het SMCO die voornemens is een klacht over de BOR bij het EHRM in te dienen (zie: collectieve uitspraak bezwaar […]
In navolging van de uitspraken van de Hoge Raad op 22 november 2013 concludeert het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet niet disproportioneel is.
Bij het erven en schenken van een bedrijf kunnen forse belastingvrijstellingen worden benut. Door die vrijstellingen, de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) genoemd, kan de belastingdruk binnen familieverhoudingen (ouders/kind) van 40% worden teruggebracht naar slechts 3,4%.
De plannen van de staatssecretaris van Financiën om erfgenamen van familiebedrijven zwaarder te belasten, stuiten op hevig verzet bij verschillende ondernemersorganisaties.
Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën (Eric Wiebes) een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over verschillende fiscale moties en toezeggingen die nog niet zijn afgewikkeld. In de brief gaat Wiebes ook in op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) uit de Successiewet 1956.
De rechtspraak rond vastgoed en de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling krijgt langzamerhand een positieve wending. In december 2013 besliste Hof Den Haag al in het voordeel van belastingplichtige. Op 8 april 2014 heeft ook Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden belastingplichtige gelijk gegeven.
De verschillende reacties op de uitspraak van rechtbanken, Hoge Raad en de gedachten van promovendi over de BOR nemen vormen aan van een controverse.
Zeer binnenkort wordt de uitspraak van de Hoge Raad verwacht inzake de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze regeling is mogelijk (deels) strijdig met Europees recht en wordt misschien wel volgend jaar door de wetgever versoberd of afgeschaft.
Verzekeraars liggen de laatste jaren voortdurend onder vuur vanwege allerlei kwesties die maatschappelijk niet meer worden geaccepteerd.
Het is de dynamiek, de emotie waardoor ze zich aangetrokken voelen tot het familiebedrijf. Arjen Brussé, partner bij EY Tax Advisors, en Dirk van Beelen, senior tax manager bij EY vormen de kern van het Family Business Center of Excellence in Nederland en België. “Familiebedrijven kampen met dezelfde uitdagingen als niet-familiebedrijven, maar het is juist […]
Het tijdig regelen van je opvolging is een noodzaak, zeker nu uit onderzoek blijkt dat 60% van de ondernemingen ten ondergaat na het vroegtijdig overlijden van de ondernemer. Steve Jobs is overleden, APPLE gaat door een lastige periode. Toch kun je die lastige periode maar voor een deel verklaren door het overlijden van Jobs. ‘Zijn’ […]
Met de verhoging van de vrijstelling is het belang van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet aanzienlijk toegenomen.
Stel, iemand erft of krijgt een onderneming geschonken en wil deze onderneming voortzetten. Dan kan het verschuldigde successie- of schenkingsrecht het voortbestaan van de onderneming in gevaar brengen.
Wanneer een ondernemer komt te overlijden, zonder dat hij een testament heeft opgesteld waarin het een en ander is geregeld rondom het bedrijf, kunnen de gevolgen hiervan groot, wellicht onverwacht en lastig zijn.