Kennisstandpunt BOR en bezitstermijn bij inkoop aandelen

Situatie

X BV heeft 1.000 gewone aandelen, verdeeld over vijf aandeelhouders (A t/m E), ieder met 20% (200 aandelen). X BV koopt alle aandelen van A in en trekt deze in. De overige aandeelhouders (B t/m E) houden elk nog steeds 200 aandelen, maar hun belang stijgt hierdoor naar 25%. Kort daarna schenkt B zijn 200 aandelen aan zijn kind Z. B had zijn aandelen al langer dan 5 jaar.

Vraag

Geldt de oorspronkelijke bezitstermijn nog na een aandeleninkoop, als hierdoor het belang van de andere aandeelhouders in de winst en waarde van de BV stijgt?

Antwoord

Nee, bij een aandeleninkoop stijgt het relatieve belang van de andere aandeelhouders in het bedrijf. Dit noemen we “relatieve aanwas”, en daarvoor begint een nieuwe bezitstermijn te lopen. Die groei in belang is niet aan specifieke aandelen te koppelen, dus alle aandelen worden hierdoor ‘besmet’. In theorie zou dat betekenen dat geen enkel aandeel meer voldoet aan de bezitstermijn voor de BOR.

Toch is er in de wetgeving ruimte voor een redelijke uitleg. Als de aandeleninkoop plaatsvond binnen de vijfjaarstermijn, mag je een deel van de aandelen nog wel onder de BOR laten vallen. Dat deel moet dan in verhouding staan tot het belang dat je al minimaal vijf jaar had. Bij een schenking geldt een termijn van vijf jaar, bij een erfenis één jaar.

Toepassing in dit geval

B voldoet voor 160 van de 200 aandelen (20/25) aan de bezitstermijn. Op die 160 is de BOR dus van toepassing. Voor de overige 40 aandelen niet.

Let op: het maakt niet uit dat de waarde van de BV zelf niet verandert. Wat telt, is het procentuele belang in toekomstige winst en waardestijging.