Besluit 9 maart 2018 Aanmerkelijk Belang

2838 views 0

Op 9 maart 2018 is een Besluit uitgevaardigd door de staatssecretaris van Financiën over het Aanmerkelijk Belang (nr. 2018-27139). Het is een verzamelbesluit en vervangt Besluit 4 september 2012, BLKB2012/101M.

In het kader van de Bedrijfsopvolging zijn de volgende onderdelen nieuw, gewijzigd of verduidelijkt:

Paragraaf 5.2.2 De doorschuifregeling bij vruchtgebruik

Als preferente aandelen vererven stelt de wet nadere eisen aan de toepassing van de doorschuiffaciliteit.

De verkrijger moet al voor minimaal 5% aandeelhouder zijn van gewone aandelen (artikel 4.17a, lid 3, onderdeel d Wet IB 2001). In de praktijk bestaat er twijfel of een vruchtgebruik ook kwalificeert.

Aan deze twijfel maakt de staatssecretaris een einde door goed te keuren dat de verkrijger van de preferente aandelen die een recht van vruchtgebruik heeft die onder het ab valt, voldoet aan de eis van artikel 4.17a, lid 3, onderdeel d.

Paragraaf 5.2.3 De doorschuifregeling op indirect gehouden gewone aandelen

Als preferente aandelen vererven stelt de wet nadere eisen aan de toepassing van de doorschuiffaciliteit.

De verkrijger moet al voor minimaal 5% aandeelhouder zijn van gewone aandelen (artikel 4.17a, lid 3, onderdeel d Wet IB 2001). In de praktijk bestaat er twijfel of een indirect gehouden belang ook kwalificeert.

Aan deze twijfel maakt de staatssecretaris een einde door goed te keuren dat de verkrijger van de preferente aandelen die al voor minimaal 5% aandeelhouder is van de gewone aandelen, voldoet aan de eis van artikel 4.17a, lid 3, onderdeel d.

Paragraaf 5.4.1 Doorschuiving bij schenking

Bij een schenking van aandelen met meerdere verkrijgers kan iedere verkrijger kiezen voor doorschuiving.

Paragraag 5.4.2 Doorschuiving bij schenking; begrip dienstbetrekking

Een van de voorwaarden waaronder doorschuiving wordt toegestaan, is dat de verkrijger gedurende ten minste 36 maanden in dienstbetrekking is van de bv waarop de aandelen betrekking hebben (artikel 4.17c, lid 1, onderdeel d Wet IB 2001).

In de praktijk komt het voor dat de verkrijger formeel niet in dienstbetrekking is. In dit besluit wordt goedgekeurd dat ook fictieve dienstbetrekkingen, zoals beschreven in artikel 2 en 3 Wet op de Loonbelasting 1964.

Paragraaf 5.4.3 Doorschuiving bij schenking; begrip dienstbetrekking

Het komt voor dat de verkrijger deel heeft uitgemaakt van een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld een vof) met een bv waar de dienstbetrekking zou moeten zijn. Hier wordt goedgekeurd dat ook participeren in een samenwerkingsverband als dienstbetrekking wordt beschouwd. Uiteraard moet het om 36 maanden gaan.

Ook als de verkrijger via een eigen persoonlijke holding in het samenwerkingsverband zit, wordt voldaan aan de dienstbetrekkingseis.

Paragraaf 5.4.4 Opvolgende dienstbetrekkingen

Het kan zijn dat de verkrijger bij zowel de bv, als via een samenwerkingsverband als via een persoonlijke holding heeft deelgenomen in de bv. Deze perioden worden voor de dienstbetrekkingseis opgeteld.

Tot slot staan er een aantal verduidelijkingen inzake preferente aandelen. Zie paragraaf 5.5.

Het Besluit:

Bestand
#Bestand typeBestandsgrootteDownload
1.pdf1,29 MBBesluit 9 maart 2018_AB_stcrt-2018-15751

Toolkit Bedrijfsopvolging

De gratis toolkit van fiscalist François van der Hoff geeft praktische informatie over het gehele proces van bedrijfsopvolging.

Inhoud:

 Overzicht met tien praktische adviezen (e-mail)

 Voorbeeld BedrijfsOpvolgingsPlan (BOP) 

 Processchema en 12-stappenplan 

 Blijf op de hoogte via de digitale nieuwsbrief

We respecteren uw privacy en zullen uw gegevens niet aan anderen verstrekken.

Het aanvragen van de toolkit is gelukt! Controleer uw e-mail inbox.