PwC heeft onlangs een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat onze bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet goed aansluit bij de fiscale faciliteiten in de ons omringende landen. Met een belastingdruk van 3,4% bij het erven van een onderneming zit Nederland net iets boven het gemiddelde (3,2%). Een verdere conclusie is dat de fiscale regelingen een rol spelen bij het waarborgen van de continuïteit van familiebedrijven.
De faciliteiten per land
In Nederland kennen we de bedrijfsopvolgingsregeling (of bedrijfsopvolgingsfaciliteit). Voor een uitleg van deze regeling verwijzen wij naar het artikel in onze kennisbank over de BOR/BOF.
Uit het onderzoek blijkt dat bij zeven van de negen onderzochte landen bij schenken en erven van een onderneming een uitzondering bestaat op het reguliere heffingssysteem. In het overgrote deel van de landen is sprake van een vrijstelling bij de overdracht. Het percentage van de vrijstelling varieert tussen de 60 en 100%. Bij vier van de negen landen is het vrijstellingspercentage zelfs 100% (waaronder Nederland).
Bij een paar landen (België, Verenigd Koninkrijk en Zweden) is er, onder voorwaarden, bij een schenking helemaal geen belasting verschuldigd. De hoogste belastingdruk bij erven en schenken is er in Duitsland: 7,5%.
Wat betreft de betaling van de belasting hebben alle landen een betalingsregeling in de wet opgenomen. De betaling hoeft dan pas plaats te vinden na afloop van de termijn. In Nederland is dat tien jaar.
Continuïteit
De fiscale faciliteiten bij een bedrijfsoverdracht zijn van groot belang voor de continuïteit van het familiebedrijf. Een ander belangrijk aspect is de werkgelegenheid bij de familiebedrijven. In Nederland is 69% van alle bedrijven een familiebedrijf. Zwitserland spant in dit geval de kroon met 88%.
Bij het erven van een onderneming zou er in de praktijk een flinke belastingschuld boven het hoofd van de erfgenamen van het familiebedrijf hangen. Een negatief gevolg van deze beperking in de vorm van belastingen is dat eigenaren van een familiebedrijf het bedrijf daarom aan derden zouden kunnen verkopen. Een extra vrijstelling bij leven zou er toe kunnen leiden dat families een weloverwogen keuze maken het bedrijf binnen de familie te houden en daar niet mee wachten totdat er een overlijden plaatsvindt.
De discussie duurt voort
In een aantal landen, waaronder ook Nederland (zie in dit kader: evaluatie regeling) staan de fiscale regelingen bij bedrijfsopvolging ter discussie. De ongelijke behandeling van ondernemers en particulieren zou hier een argument zijn. Voorstanders zeggen nog altijd dat familiebedrijven de motor van de economie zijn en dat er bij de overdracht geen fiscale belemmeringen mogen worden opgeworpen. Dat laatste argument weegt in de meeste landen voorlopig veel zwaarder dan het eerste, ook aangezien de Hoge Raad geen ongelijkheid aanwezig acht (zie Hoge Raad 22 november 2013).
Het onderzoek dat als bron is gebruikt: West-Europa trekt één lijn bij overdracht familiebedrijf.