Het waarborgen van de continuïteit van het familiebedrijf is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsopvolging binnen de familie. Is er een kandidaat binnen de familie of moet er een externe directeur worden aangetrokken? En zo ja, wordt er dan een aandelenpakket in het vooruitzicht gesteld? Het Financieel Dagblad signaleert een trend dat de directeur-grootaandeelhouder (dga) van het familiebedrijf eerder behoefte heeft aan een ervaren partner dan het bedrijf te verkopen aan een derde. Ook professionals onderschrijven dit.
Wie neemt het stokje over?
Het familiebedrijf wordt steeds minder vaak door een familielid overgenomen. Er worden tegenwoordig hoge eisen gesteld aan het leiden van een familieonderneming. Steeds vaker zoekt de dga naar een nieuwe directeur die de zaak eventueel wil overnemen. In meerdere mate voldoet de zoon of dochter niet meer aan het profiel van de meeste geschikte kandidaat en wordt een outsider gezocht. Deze conclusie trekt KPMG samen met searchbureau Ebbinge op grond van een verandering in de zoekopdrachten. De ideale kandidaat is: een externe directeur die een aandelenpakket krijgt toebedeeld.
Leertrajecten opvolgers
In de praktijk zie ik mooie initiatieven, die mogelijk het bovenstaande ‘probleem’ kunnen oplossen. Leertrajecten voor opvolgers binnen het familiebedrijf. Mogelijke opvolgers hebben inmiddels een aantal jaren ervaring opgedaan binnen het familiebedrijf. Vervolgens worden ze ook specifiek opgeleid op het gebied van financiering, automatisering en leiding geven. Deze mogelijke opvolger kan dus net zo goed de zoon of dochter zijn.
Dit blogbericht is ontleend aan een artikel op Fambizz.nl